Meestal worden het preken genoemd, ik kies voor overweging.
Waarom? Omdat 'Preken' in onze taal een negatieve klank heeft.
Omdat 'Overweging' uitnodigt het gehoorde zelf te wegen.
Op deze pagina lees je altijd mijn laatste in Oosternijkerk gehouden liturgie en overweging.
Hieronder lees je de liturgie en overweging van zondag 26 januari (leestijd 6-8 min.).
De volgende liturgie en overweging komt op zondag 9 februari.
Verklaring gebruikte afkortingen liedbundels:
ELB = Evangelische Liedbundel
Gez = Gezang X uit Liedboek Voor De Kerken (1973)
Lfll = Lieten fan leauwe en langstme (2019)
NBV = Nieuwe Bijbelvertaling (2004)
NLB = Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk
NPB = Nieuwe Psalmberijming (2021)
Opw = Opwekkingsliederen
ZG = Zingende Gezegend
Orgelspel
Mededelingen KR + aansteken kaars
- Zingen NLB 405 (Heilig, heilig, heilig!)
Stilte van voorbereiding
Votum en groet
Gebed
- Zingen ELB 346: 1, 2 en 4 (Ik wil zingen van mijn heiland)
Tekst van de week à Deutr. 5: 9 (NBV)
- Zingen NLB 412: 1 en 4 (Wij loven U, o God, belijden U als Heer)
Schriftlezing 1Joh. 4: 7-10 (NBV)
- NLB 791 (Liefde, eenmaal uitgesproken)
Overweging
- Muziek ‘Voor ieder van ons een plaats aan de tafel’
Bediening heilig Avondmaal
- Zingen ELB 289 (Ik geloof in God de Vader)
- Bidden Onze Vader (gezamenlijk)
- Delen van brood en wijn
- Dankwoord
Gebed
- Zingen NLB 425 (Vervuld van uw zegen)
Zegen
Orgelspel
Overweging
Even een klein stukje uit het avondmaalformulier:
In het heilig Avondmaal gedenken wij
hoe onze heer en Heiland Jezus Christus
in de wereld is gekomen om ons te verlossen.
Wij vieren en gedenken
hoe Hij geleefd heeft ten bate van anderen.
(…)
Voor ons is Hij gestorven en begraven.
Op de derde dag is Hij opgewekt uit de doden
en nieuw leven heeft Hij gebracht:
verzoening voor allen die gebukt gaan
onder het juk van zonde en dood.
Het formulier wint er niet omheen. Direct is duidelijk waar het in het avondmaal om gaat: Jezus Christus die in de wereld is gekomen om ons te verlossen. Vervolgens wordt één en ander over Jezus uitgelegd.
Het eerste wat dan gezegd wordt, is dat Jezus geleefd heeft ‘ten bate van anderen.’ Dat kan een beetje moeilijk klinken. Je kunt het uitleggen als: Jezus heeft zijn leven geleefd ten dienste van anderen. Nu is dat zeker waar, maar dekt toch niet volledig de betekenis van ‘ten bate van’. Ten diepste wil ‘ten bate van’ zeggen ’ten gunste van’. Denk aan een collecte die je kunt houden voor slachtoffers van een ramp. De collectegelden zijn dan ten bate van de slachtoffers, oftewel ten gunste van de slachtoffers. Door de collectegelden kunnen zij verder, hebben ze zicht op toekomst in hun uitzichtloze situatie.
Zo geldt het dus ook Jezus Christus, aldus het formulier, Hij leefde ten gunste van anderen. Heel nobel, natuurlijk, maar is/was daar dan een reden voor? Waarom leefde Jezus ten gunste van anderen? Ook dat zegt het formulier: Hij is gestorven, begraven en opgewekt om ons nieuw leven te brengen. Nieuw leven. Hebben wij dat nodig? Ja, aldus het formulier daarmee het christelijk geloof na sprekend, want dit leven is een leven dat beheerst wordt door de zonde en begrensd wordt door de dood.
Dat spreken over zonde en dood roept het begin van de Bijbel in herinnering. Daar wordt verteld dat de goede schepping door de zonde ten onder is gegaan met de dood als gevolg. De eindigheid van het leven is de consequentie van het niet luisteren naar God. Straf van Godswege, maar wel een straf die van tevoren bekend was.
Het nieuwe leven dat Jezus gebracht heeft, bestaat uit de verzoening voor allen die gebukt gaan onder het juk van zonde en dood. Met andere woorden het is een verzoening voor de straf die volgde op het niet luisteren naar God. In het avondmaal vieren we dus de toekomst. Een toekomst waar iedereen deel aan heeft. Iedereen gaat immers gebukt onder zonde en dood.
Dat verhaal van de zondeval is trouwens een lastig verhaal. Moeten we dat zo lezen als een gebeurtenis van duizenden jaren geleden waar wij nu nog steeds voor boeten? Wanneer dat zo is, roept dat vandaag de dag weerstand op. Niet alleen bij mensen die het verhaal niet geloven, maar toch ook wel bij gelovigen. Is het eerlijk om te moeten boeten voor een daad waar jezelf part noch deel aan hebt gehad? Want dat is wat er gebeurt wanneer we de zondeval als een historische gebeurtenis uit een ver verleden beschouwen. Zo’n straf is toch, met een mooi woord, buitenproportioneel?
Stel dat je iets gedaan hebt waar je een levenslange gevangenisstraf voor krijgt. Je zou het misschien voor jezelf kunnen accepteren. Maar wat als die levenslange gevangenisstraf vervolgens ook geldt voor alle generaties na jou? Dat voelt niet alleen onrechtvaardig, dat is het ook.
Zo’n voortdurende straf past volgens mij ook niet bij God. Als tekst van de week lazen we over de straf van God op het maken en vereren van afgodsbeelden. Die straf was niet oneindig, maar werd begrensd tot het derde of vierde geslacht. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met de familieverbanden waar men vaak in verschillende generaties samenleefde. Maar toch, de straf werd door God begrensd.
Ook de zwarte bladzijde van de Babylonische gevangenschap als straf van het volk Israël op hun ontrouw aan God kende een einde. Volgens Jeremia zou die 70 jaren duren omdat God het goede met het volk voor had.
Ik denk dat we daarom het verhaal van de zondeval ook niet als een historisch verhaal moeten lezen. Het verhaal wil vertellen dat elke generatie, dat elk mens tegen God en zijn geboden kiest. Zonde en dood zijn in de wereld omdat mensen, omdat wij allen geregeld geen rekening met God en zijn geboden houden. Hoewel wij weten wat goed is, handelen we daar niet altijd naar.
God heeft de mens echter lief. Elk mens heeft plek in zijn hart. Vanuit die grote liefde wil Hij de mens niet kwijt aan de dood. Wil Hij niet dat mensen oplossen alsof ze nooit geleefd hadden. De straf op het voorbij gaan aan God en zijn gebod moet worden verzoend ten gunste van het leven.
Hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige zoon in de wereld gezonden,
opdat wij door Hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben
liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn zoon heeft gezonden om verzoening te
brengen voor onze zonden.
Dat schrijft Johannes in zijn eerste brief (4: 9-10). En het avondmaalformulier zegt hem dat na met de woorden:
Nieuw leven heeft Hij (Jezus) gebracht: verzoening voor allen die gebukt gaan onder het juk
van zonde en dood.
Ook Paulus zegt dat kernachtig (Romeinen 3: 23-24):
Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade,
die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat Hij ons door Christus
Jezus heeft verlost.
Let op de kleine tussenzin. Als Paulus schrijft over de genade van God zegt hij daarbij ‘die niets kost’. Je leest er zo overheen, maar hij schrijft het wel. De genade van God in Jezus Christus kost niets. Het is één en al ‘ten bate van anderen’.
We moeten dan ook geen voorwaarden aan die genade gaan verbinden. Niet in de zin van goede daden of veel bidden en Bijbellezen. Zelfs het geloof in Jezus Christus kan geen voorwaarde zijn voor het verkrijgen van ‘nieuw leven’. Over dat laatste moet ik iets meer zeggen. Zo werd en wordt het immers wel altijd gezegd: zonder geloof in Jezus Christus gaan mensen verloren of naar de hel of nog erger.
Wanneer het persoonlijke geloof in Jezus Christus voorwaarde zou zijn voor nieuw leven, betekent dat immers dat heel veel mensen nooit de mogelijkheid hebben gehad dat te verkrijgen. Hoe zouden de mensen die voor Jezus’ komst leefden of tegelijk met hem maar niet in Israël wonend dan verzoend kunnen worden van zonde ne dood? Hoe zouden de mensen na Jezus maar nooit van Hem gehoord hebbend dan verzoend kunnen worden van zonde en dood? Het persoonlijke geloof in Jezus Christus als voorwaarde is een onbarm-hartige voorwaarde die bij voorbaat het gros van de mensen uitsluit
Het is zoals we het met Kerst gezongen hebben:
Zing voor uw God, Hij openbaarde
in Jezus zijn menslievendheid.
Dat is een menslievendheid voor alle mensen van alle tijden. In en door Jezus Christus opent God voor alle mensen de toekomst. Verbreekt Hij voor allen het juk van zonde en dood waaronder iedereen gebukt gaat.
Ik geef toe dat dat grote woorden zijn. Het betekent immers nog al wat om te zeggen dat iedereen, maar dan ook iedereen, van God nieuw leven krijgt. Het zegt echter wel iets over de grote liefde van God voor ons mensen. En het past ook helemaal in de uitroep van Jezus aan het kruis:
Vader vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen.
God wil niet dat mensen oplossen alsof ze nooit geleefd hadden. Hij wil volgens mij ook niet dat mensen ergens wegteren in een hel; hoe slecht hun leven hier op aarde ook geweest is.
Als Jezus ons leert om onze vijanden lief te hebben, om het kwade te overwinnen door het goede, om geen wraak te nemen, dan kan hij dat alleen van ons vragen omdat hij dat zelf ook niet doet. Omdat hijzelf ook liefde belangrijker vindt dan haat. Als Jezus ons vraagt vergevingsgezind te zijn, kan hij dat alleen van ons vragen omdat hij dat zelf ook is.
In het heilig Avondmaal gedenken wij
hoe onze heer en Heiland Jezus Christus
in de wereld is gekomen om ons te verlossen.
Met die prachtige woorden zet het avondmaalformulier in. Woorden met een grote reikwijdte want die ‘ons’ betreft niet de selecte groep gelovigen, maar heel de mensheid van alle tijden.
Met het stukje brood en het slokje wijn of druivensap voelen, proeven, ruiken we de liefde van God voor ons. Vieren we de toekomst die ons van Godswege is toegevallen.
Neemt, eet en drinkt, gedenkt en gelooft dat het lichaam van onze heer Jezus Christus
gegeven is tot een volkomen verzoening van als onze zonden.
Voor ieder van ons een plek aan de tafel.
Amen