HOERA! HOERA! HOERA!


Mijn boek

Koning voor de figuranten

Twaalf overwegingen en meer


Inmiddels ruim 100x gekocht !!!

Je kunt het boek op drie manieren in bezit krijgen:
* bij de boekhandel
* direct bestellen bij uitgeverij De Pinne (levertijd 3 tot 5 werkdagen)
* als cadeau vragen

Prijs: 14,95


Hieronder lees je de inhoudsopgave en het voorwoord.

INHOUDSOPGAVE

 

 

Voorwoord

 

Twaalf overwegingen

 

1          Het leven is eindig (Genesis 2: 4b-9)

2          God almachtig (Mattheüs 28: 16-20)

3          Het gebed van Maria (Johannes 2: 1-11)

4          Zitten aan de rechterhand (Handelingen 2: 1-12)

5          God kent jou (1Kronieken 4: 1-8)

6          Meeleven (Spreuken 14: 10)

7          Volhouden met vragen (Job 2: 8-13)

8          Machtloze God (Filippenzen 2: 5-11)

9          Eindtijd (Mattheüs 16: 1-4)

10        Alverzoening (Lucas 23: 33-37)

11        Koning voor de Figuranten (Mattheüs 21: 1-17)

12        Judas (Johannes 13: 21-30)

 

 

en meer

 

13        De twaalfde man

14        Geven is leven

15        Lest best

16        Onvoltooid leven

17        Opstanding

18        Een paasrit

19        Anti-Psalm 1

20        Psalm 23

21        Psalm 42

22        Psalm 73

23        Psalm 121

24        Psalm 139

 



VOORWOORD

 

 

Koning van de Figuranten, zo heb ik dit boekje genoemd. Deze titel verwijst naar één van de twaalf overwegingen die erin staan. Daarin gaat het over de intocht van Jezus in Jeruzalem zoals die door Mattheüs beschreven is. De titel is echter ook een verwijzing naar het lied van Stef Bos ‘De Figuranten’. Een lied dat gaat over de grote namen, die de geschiedenis bepalen, en de gewone man, vrouw in de straat. In dat lied zingt hij:

 

Maar wie spreekt er van de figuranten

Gewone mensen in alle landen

Mensen zoals jij en ik

Op zoek maar het geluk

Mensen zoals jij en ik

Op de vlucht

De figuranten

 

Het lied was niet de aanleiding voor de overweging, dat was de specifieke zondag van dat moment: Palmzondag. Het lied gaf wel mede vorm aan de inhoud ervan.

 

Eigenlijk geldt dat voor elke overweging. De gedachten die ik daarin onder woorden breng, zijn mede gevormd door wat anderen gezegd of geschreven hebben. Vaak is niet meer te achterhalen wie dat geweest zijn. Dat is ook niet erg, want het is onmogelijk om van iedereen alles te onthouden.

 

Soms is de bron echter wel duidelijk aan te wijzen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de overweging ‘God kent jou’. Hiervoor ben ik schatplichtig aan het boekje Hasselelponi (2012) van dr. A van der Beek. In mijn overweging komt een aantal van zijn gedachten terug.

‘Zitten aan de rechterhand’ is gebaseerd op een gedachte van dr. A. A. van Ruler. Hij bespreekt in zijn boekje ‘Ik geloof’ (1968) de Apostolische Geloofsbelijdenis. In het hoofdstuk ‘…zittende aan de rechterhand van God, de almachtige Vader’ zegt hij: ‘God regeert de wereld op de wijze van Christus.’

 

Vrijwel altijd vormt een gedachte of een zin, een opmerking of een gebeurtenis bij mij de aanleiding tot het schrijven van de overweging. Daarbij is het in mijn optiek belangrijk dat de overweging te herleiden is tot één of twee zinnen die de essentie weergeven. Dat komt de duidelijkheid ten goede. Wanneer dat niet lukt wordt het voor de luisteraar moeilijk om de lijn vast te houden. Dat geldt ook voor de lengte van de overweging. Ik denk dat deze maximaal een kwartier moet zijn anders haken (veel) luisteraars af tenzij je een goede redenaar die de aandacht langer weet vast te houden. 

 

De overwegingen in dit boekje zijn allemaal uitgeschreven. Dat is niet met het oog op dit boekje gedaan. Vanaf de uitbraak en de bestrijding van het corona-virus (voorjaar 2020) ben ik mijn teksten weer gaan uitschrijven. Daarvóór heb ik vele jaren ‘los van het papier’ gesproken. Dat is een vorm die al geruime tijd wordt aanbevolen (denk aan de beweging Passie voor Preken). Ik ben daarvan teruggekomen. Te vaak moest ik ter plekke zoeken naar woorden en viel ik in herhalingen. De gemeente waarin ik werkzaam ben was genadig voor mij, maar gaf wel duidelijk aan dit hinderlijk te vinden. Dus ben ik weer gaan uitschrijven en dat bevalt mij (en de gemeente) prima. Natuurlijk zijn schrijf- en spreektaal twee verschillende vormen. Toch is schrijftaal voor de luisteraar niet onoverkomelijk zolang er geen ‘moeilijke woorden’ gebruikt worden en ingewikkelde zinnen.

 

Het voordeel van uitschrijven is dat de inhoud zorgvuldiger kan worden weergeven. Ik merkte dat ik in één goed gekozen zin veel duidelijker kan zijn. Door te vertragen of te versnellen in het spreken ontstaat er een dynamische voordracht waarin belangrijke woorden of zinnen duidelijke aandacht krijgen. De overweging wordt daardoor krachtiger en beter te volgen. Onnodige uitweidingen kunnen ook eenvoudiger worden tegengegaan. En, niet onbelangrijk, de tijd die de voordracht inneemt is veel gemakkelijker te bewaken. Door die (zelf opgelegde) tijdsduur van maximaal 15 minuten word ik gedwongen bij de kern te blijven. 

 

Natuurlijk kan in een kwartier niet alles verteld worden, maar dat kan ook niet in een half uur of langer. Er blijven altijd gedachten liggen en bij de luisteraars komen er vragen op. Gelukkig is er dan een volgende zondag of een later moment om daarmee aan de slag te gaan.

 

Overwegingen (anderen noemen het preken) zijn momentopnames. Hoewel het Verhaal van God voor alle tijden geldt, wordt het in de overweging verbonden met de hedendaagse vragen en/of gebeurtenissen. Daarmee zijn ze van een andere orde dan boeken; die zijn meestal niet voor het moment geschreven. Toch denk ik dat overwegingen best langer mee kunnen gaan dan één zondag. De actualiteit kan zijn ingehaald, de inhoudelijke gedachten blijven wel van waarde. 

 

Alle overwegingen in dit boekje (behalve ‘Judas’) heb ik de afgelopen drie jaren in de Protestantse Gemeente van Oosternijkerk gehouden, sommigen ook daarbuiten. De bijdragen die in het tweede deel volgen zijn schrijfsels die ik de afgelopen jaren in het kerkblad Geandewei geschreven heb (op ‘Een Paasrit’ na). De Bijbelteksten die ik gebruik komen allemaal uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV).

 

Tenslotte nog iets over de term overweging. Ik ben hiervoor gaan kiezen omdat ik de luisteraars iets wil meegeven om te overdenken, te ‘wegen’. Met deze term hoop ik de luisteraar uit te nodigen zelf met het gehoorde aan de slag te gaan. Dat roept de term preek veel minder op. Preek klinkt voor mij dogmatisch, leerstellig. Een preek houden heeft in onze taal trouwens ook iets negatiefs. Maar misschien klinkt in overweging ook wel mijn eigen onmacht of onzekerheid door. Zo helder zijn veel geloofszaken immers niet. Het Sola Scriptura is een goed en gelovig uitgangspunt als het gaat om het Boek op de kansel. Wanneer het echter de uitleg van Bijbelwoorden en geloofszaken betreft, spreken we vrijwel altijd anderen na in wat zij hebben gezegd en geschreven of is het uiting van eigen gedachten (die we zelf in meer of mindere mate aan de Geest toeschrijven). De tijd zal leren of we echt door de Geest gesproken hebben. Niet voor niets zegt Paulus in 1Cor. 13: ‘Nu kijken we nog in een wazige spiegel, nu is mijn kennen nog beperkt’. Dat maakt het voorgaan en schrijven van overwegingen ook spannend. Mijn hoop daarbij is dat mijn woorden zodanig zijn dat de Geest er iets mee kan. Om die reden bid ik tijdens de voorbereiding en voorafgaande aan elke dienst de woorden van Psalm 19: 15 

 

Mogen de woorden van mijn mond

en de overwegingen van mijn hart

U tot vreugde zijn,

o Heer, mijn rots en mijn verlosser.

 

Die bede geldt ook dit voor boekje. En mochten er toch ergens één of meer kromme stokken tussen liggen, dan hoop ik dat God er alsnog rechte slagen mee weet te slaan.

 

Mijn gebed is dat de inhoud van dit boekje helpt om mens-naar-Gods-beeld te worden en dat het tot eer zal zijn van de drie-enig God die hemel en aarde gemaakt heeft, die trouw is en die trouw blijft en niet loslaat het werk van zijn handen.

 

 

Geert van Wieren

Oosternijkerk 2023


terug naar home